Baruch Lopes de Leao (‘B. Laguna’) geb. Amsterdam 16 februari 1864, overl. in een Duits concentratiekamp na april 1943.
Woonde en werkte in Amsterdam tot 1901, Laren (N.H.) van 1901, Hilversum, Amsterdam tot 1925, Blaricum 1925, werd 23-4-1943 weggevoerd naar Vught. Leerling van de Quellinusschool (twee jaar), van de Rijksakademie te Amsterdam (1880-1884) o.l.v. A. Allebé, S. Altmann, en B. Wijnveld jr; daarna een jaar leerling van M. J. de Haan.
Schilderde en tekende figuren, portretten, interieurs, stillevens, bloemen, ook enkele stadsgezichten. Was in zijn manier van schilderen meestal natuurgetrouw, in het bijzonder heeft hij mensen geschilderd. Gaf les aan J. H. W. Brink, B. F. de Vries, Th. E. Wolterbeek Muller. Was lid van ‘ Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.
Tentoonstellingen Amsterdam. Arnhem, Den Haag. Rotterdam enz. 1888-1902: de cellist; wasvrouwen; bij grootmoeder; de portier (tekening); de koopman; een harmonicaspeler (tekening); strobinders; enz.
Singer Museum Laren (N.H.): portret van de moeder van de schilder.
Luns; Plasschaert; Van Hall I.