Gepubliceerd op 21-02-2019

Bartus korteling

betekenis & definitie

Bartus Korteling geb. Deventer 13 augustus 1853, overl. Deventer 7 oktober 1930.

Zoon van Gerhard Korteling. Woonde en werkte in Deventer, tijdelijk in Harlingen ca. 1875-ca. 1878. Was jarenlang tekenleraar aan diverse onderwijsinstellingen te Harlingen, van ca. 1885 af te Deventer.

Schilder en tekenaar van goede landschappen, prachtige kinderportretten en stillevens; wat hij maakte was raak en zuiver.

Gaf o.m. les aan H. J. Balsink, A. J. de Boer, B. J. Brouwer, P. J. Flint, A. G. Gerritsen, zijn zoon W. Korteling, D. Kruizinga, P. Lok, D. W. Meeles, Th. F. C. Meeles, Ch. Ie Roy, W. van der Vliet.

Tentoonstellingen in Den Haag. Amsterdam en Rotterdam 1871-1905: bleekveldje bij Deventer; een dode haan en een duif; gezicht op Deventer; appelboomgaard; de Turfhaven bij Deventer; onder de hooibergen; een stal; veldbloemen; landschappen; enz. Herdenkingstentoonstelling Kunsth. M. L. de Boer (cat. 1956).

Jaarboek Overijssel 1957 (C. Ie Roy, blz. 10-27); Van Hall I.

< >