Gepubliceerd op 21-02-2019

Arnoldus aloysius kroes

betekenis & definitie

Arnoldus Aloysius Kroes (‘Nol’) geb. Den Haag 16 april 1918. Woonde en werkte in die stad, Rijswijk (Z.H.), sinds 1950 weer in Den Haag.

Maakte studiereizen naar Frankrijk, Spanje, Italië en Portugal. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag; leermeesters W. E. Cox en André Lothe (Parijs).

Schildert, tekent (pen, pastel), aquarelleert en lithografeert in realistische trant, mensen (naakt) en dieren (paarden). Maakt goede wandschilderingen. Lid van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag. Ontving in 1953 de Jacob Marisprijs voor de schilderkunst; in 1967 de Jacob Marisprijs (materiaalprijs) voor de tekenkunst. Geeft les aan de Vrije Akademie v. B.K. in Den Haag.

Gaf les aan S. E. G. barones d’Aulnis de Bourouill, J. F. van den Berg, W. H. Bouwsema, Y. M. A. Dony, J. Hooimeijer, P. J. Koen, W. A. van Liempt, V. E. Lohner, M. M. Nass, E. S. Plaat, A. M. Roelofs, E. Schamhardt.

Haags Gemeentemuseum: bergmeer met schepen, 1948. Rijkscollectie: het blauwe bouquetje, 1951 (gouache); bloemstuk; portret van zijn vrouw; vrouw van de kunstenaar met duif, 1954; bouwput. 1954; diverse tek.

< >