Lagedrukgebied, vooral in de bovenlucht, gevuld met koude lucht. Een koude put kan soms vele dagen standhouden en vormt een heel eigen systeem met een cyclonale luchtbeweging.
In een koude put is de atmosfeer absoluut onstabiel van opbouw. Het bijbehorende weer kenmerkt zich dan ook door veel zware regen- en onweersbuien. In tegenstelling tot een lagedrukgebied dat zich aankondigt met toenemende bewolking en neerslag, zijn er bij de nadering van een koude put vaak juist grote opklaringen. De buien zitten in het algemeen aan de achterzijde van de koude put.