Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Psychiatrie

betekenis & definitie

v., gespecialiseerd onderdeel van de geneeskunde dat zich bezighoudt met psychische aandoeningen, ziekten en defecten.

(e) De omvang van de geestelijke gezondheidszorg is in de jaren zeventig enorm toegenomen. Deze trend heeft zich ondanks de economische crisis doorgezet. De toename hangt onmiskenbaar samen met een ander fenomeen, nl. dat de psychiatrie zich intussen ook buiten de kliniek ontwikkeld heeft in instellingen voor geesteshygiëne, centra voor psychotherapie, diensten voor geestelijke gezondheidszorg, medisch-opvoedkundige bureaus enz.

Heel wat deelgebieden van de psychiatrie hebben een eigen identiteit verworven. Zo zijn de kinderpsychiatrie, de jeugd- en adolescentiepsychiatrie, de geriatrische psychiatrie, de klinische psychiatrie, de sociale psychiatrie en de forensische psychiatrie als het ware tot bijzondere specialisaties uitgegroeid. Hoewel de intramurale geestelijke gezondheidszorg nog altijd de grootste omvang heeft, neemt de betekenis van de ambulante, extramurale psychiatrische gezondheidszorg sterk toe. Dit is voor een groot deel toe te schrijven aan de opmars van de psychodynamisch en sociaal georiënteerde psychiatrie. De sociale psychiatrie is gericht op de reïntegratie van de patiënten in de maatschappij. Vandaar de ontwikkeling van nieuwe therapeutische stijlvormen, m.n. de therapeutische gemeenschap.

In plaats van de vertrouwde hiërarchische, autoritaire organisatie die in het klassieke psychiatrische ziekenhuis bestond, mikt het model van de therapeutische gemeenschap op een meer democratische, gelijkwaardige sociale structuur, waarin de eigen verantwoordelijkheid van de patiënten beklemtoond wordt. Naast de sociotherapeutische aanpak zijn de psychotherapeutische principes een steeds belangrijker onderdeel van de behandeling geworden. Deze nieuwe ontwikkeling in de organisatie en structuur (therapeutische gemeenschappen, dagklinieken, groepsgerichtheid e.d.) van de hulpverlening in de psychiatrie gaat gepaard met een toenemende psychotherapeutische inspiratie. Wat dit laatste betreft, blijft de voornaamste bijdrage afkomstig van de psychoanalyse. Doch daarnaast hebben andere therapievormen als gedragstherapie, gezinstherapie e.d. hun plaats verworven en een veelzijdiger benadering van de patiënt tot stand gebracht.

De extramurale psychiatrische gezondheidszorg heeft op het therapeutische vlak een soortgelijke ontwikkeling doorgemaakt. Daarbij komt dat de klemtoon in deze sector meer op de preventie van psychiatrische ziektetoestanden is komen te liggen.

Men mag uit dit alles niet besluiten dat de biologisch gefundeerde psychiatrie onbelangrijk is geworden. Het toenemende aantal psychofarmacologische ontdekkingen, m.n. van nieuwe chemische psychotogenen (endorfines, neuropeptiden e.d.) heeft de prognose (zeker op korte termijn) van de chronische patiënt (manisch-depressieve psychose, schizofrenie) drastisch veranderd.