Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Informatiesysteem

betekenis & definitie

o. (-temen), ben. voor een stelsel van samenhangende voorzieningen voor: de verwerving, de verwerking en de opslag van gegevens en het daaruit verschaffen van gegevens aan aanvragers ten behoeve van het verkrijgen van gewenste informatie.

(e) Informatiesystemen nemen in organisaties een centrale plaats in; een groeiend deel van de informatievoorziening in een organisatie wordt gerealiseerd door middel van systemen die speciaal voor dat doel zijn opgezet. Een informatiesysteem is steeds verbonden met gebeurtenissen in de werkelijkheid, die voor de organisatie van belang zijn. Die gebeurtenissen vormen het objectsysteem (of het reële systeem). Het informatiesysteem doet dienst voor het kennen of besturen van het objectsysteem door de medewerkers van de organisatie.

Al zolang als mensen in organisaties samenwerken, bestaan informatiesystemen in enigerlei vorm. Tot voor kort werden zij onvoldoende als zodanig herkend, erkend en onderhouden; het expliciet construeren en gebruiken heeft pas in de laatste decennia - als gevolg van de technologische ontwikkeling — een grote vlucht genomen. Een groot deel van de informatievoorziening is overigens van dien aard dat zij buiten de hier bedoelde systemen zal blijven; veel en belangrijke, maar vaak niet exacte informatie over een objectsysteem wordt b.v. nog verkregen door directe menselijke waarneming buiten het gerealiseerde informatiesysteem om. De groeiende behoefte aan exacte informatie en de onderlinge samenhang van activiteiten werken in de hand, dat men steeds omvangrijker objectsystemen als integraal doel voor gegevensverwerking en informatievoorziening tracht te nemen. De praktijk heeft geleerd dat het noodzakelijk is zich tot hanteerbare taken te beperken; ook door de historische ontwikkeling is de informatievoorziening gefragmenteerd. Zodoende valt in een organisatie een collectie van — naar hun objectsystemen verschillende - informatiesystemen te onderscheiden.

Sommige systemen zijn geassocieerd met bepaalde functies in de organisatie, zoals een produktie-, een personeelsinformatiesysteem of een financieel informatiesysteem. Andere zijn ingericht voor een bepaald aspect van de organisatie, b.v. voor documentaire informatievoorziening: zij ondersteunen beheer van en toegang tot een of meer collecties van documenten, die door allerlei functionarissen incidenteel of veelvuldig worden geraadpleegd. Systemen voor het verschaffen van geïntegreerde voorzieningen voor basistaken in de kantooromgeving (vervaardigen, verzenden, distribueren, opbergen en terugvinden van brieven, formulieren, nota’s, contracten, notulen, rapporten enz.) noemt men kantoorinformatiesystemen. In de meeste systemen zijn de gegevens in formele structuren opgeslagen; het gebruik neemt toe van systemen, waarin teksten in de natuurlijke taal worden samengesteld, opgeborgen en geselecteerd. Het besturen van het reële systeem treedt op de voorgrond bij informatiesystemen die zijn opgezet om een bedrijfsproces te ondersteunen, b.v. de orderverwerking. Het kan gaan om processen die verscheidene subsystemen van de organisatie beïnvloeden.

Er bestaan ook verschillen naar gelang het organisatorische niveau. Operationele informatiesystemen die gegevens verwerken en informatie verschaffen op het uitvoerende vlak komen het meest voor. Naarmate men de toepassing van informatica beter leert beheersen, ontstaan systemen voor hogere managementniveaus. Er zijn reeds veel toepassingen van systemen, die hulp bieden bij de bepaling van de ondernemingsstrategie, de beleidsvoorbereiding in het openbaar bestuur, het kiezen uit alternatieven voor de optimale inzet van produktiefactoren. De term decision support systems (DSS) wordt in dit verband gebruikt.

Naast al deze bedrijfskundige of bestuurskundige informatiesystemen onderscheidt men ook technisch-wetenschappelijke. De gegevensopslag en verwerking in deze laatste categorie is gericht op het verschaffen van inzicht aan specialisten van de organisatie. Een voorbeeld is een systeem dat hulp biedt bij het ontwerpen van technische objecten; men spreekt van CAD (computer aided design); het systeem biedt computerondersteuning voor het specificeren, doorrekenen en tekenen. Het in het computergeheugen vastgelegde resultaat kan weer uitgangspunt zijn voor produktievoorbereiding en produktieorganisatie: CAM (computer aided manufacturing).

In de gezondheidszorg worden naast systemen die het organisatiegebeuren (b.v. in een ziekenhuis) ondersteunen, systemen geconstrueerd die gegevens kunnen leveren waaruit de arts informatie kan krijgen omtrent patiënten.

Een speciale categorie vormen technische systemen waarbij in het verwerkingsproces van gegevens noch in het objectsysteem mensen direct betrokken zijn. Signalen die de fysieke toestand van het objectsysteem representeren, worden rechtstreeks door het computergedeelte van het systeem ontvangen en verwerkt. Stuursignalen worden rechtstreeks aan het objectsysteem overgedragen. Men spreekt van automatische procesbesturing; het objectsysteem kan een wasmachine, maar ook een kernreactor zijn. Het meest in de publiciteit staan robots voor de flexibele automatisering van produktieprocessen.

Tenslotte is er het streven om in een informatiesysteem steeds meer gespecialiseerde kennis op een bepaald terrein vast te leggen en toegankelijk te maken. Voor de opbouw van de kennisbank roept men de hulp in van vooraanstaande experts op het betrokken gebied. Voor de raadpleging maakt men gebruik van geavanceerde programmatuur voor het maken van logische gevolgtrekkingen. Men spreekt van expert systems; voortgang op dit gebied is mede afhankelijk van resultaten van onderzoek op het gebied van kunstmatige intelligentie (zie aldaar).

Indien men informatiesystemen indeelt naar de objectsystemen waarmee zij geassocieerd zijn, dan valt een gróte verscheidenheid op te merken. Bij methoden, technieken, procedures en hulpmiddelen voor het ontwerp, de bouw, de evaluatie en het onderhouden van het systeem alsmede het ondersteunen van het gebruik, ligt het anders. In dat geval zijn er gebieden met voldoende samenhang om als doelgebieden voor onderwijs en onderzoek te benutten. Informatica is de discipline die zich hiermee bezighoudt.

Een informatiesysteem is veel meer dan zijn technische verschijningsvorm. Er zijn vijf deelsystemen te onderscheiden.

1. Apparatuur: een informatiesysteem kan gebruik maken van een personal computer in een kleine onderneming; of het kan ondersteund worden door een wereldomspannend netwerk waarin computersystemen onderling zijn verbonden door middel van telecommunicatiesystemen. Tussen het (logische) netwerk van informatiesystemen en het (fysische) netwerk van computers hoeft geen eenvoudig verband te bestaan. Een computer kan hulpmiddel zijn voor verschillende systemen, terwijl een informatiesysteem gebruik kan maken van een aantal gekoppelde computers in verschillende landen, b.v. een logistieksysteem voor containervervoer.
2. Programmatuur: door middel van een specifiek stel programma’s worden de elementaire functies van de universele apparatuur gecoördineerd tot de

gewenste gegevensverwerking en informatieverschaffing binnen een bepaald informatiesysteem.

3. Gegevensverzamelingen: hetzij in de vorm van een collectie van min of meer geïsoleerde bestanden hetzij in de vorm van een of meer gegevensbanken. Eén informatiesysteem kan van meer dan een gegevensverzameling gebruik maken en één gegevensverzameling kan door meer dan een informatiesysteem worden gebruikt.
4. Procedures: een informatiesysteem kan zijn functie slechts naar behoren vervullen als passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd.
5. Personeel: kennis, kunde en vaardigheid van gespecialiseerde functionarissen zijn vereist voor het goed functioneren van de informatievoorziening door middel van informatiesystemen.

LITT. J.W.van Belkum en J.H. de Wijs, Lexicon informatica (1978); J.Everink, De informatiemaatschappij (1983); J.A.M.Oonincx, Interne controle bij systemen voor automatische informatieverwerking (1983); J.A.van der Pool, Basisboek informatica (1983).