Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Grondwetsherziening

betekenis & definitie

v. (-en), herziening van de grondwet.

(e) In Nederland werd op 11.5.1982 in de Eerste Kamer het eindstadium van de grondwetsherziening bereikt. De nieuwe grondwet werd op 17.2.1983 van kracht. De oude grondwet van 1814 is geheel gewijzigd. Zo zijn nu in hoofdstuk 1 alle grondrechten samengebracht, die in de oude wet verspreid over verschillende hoofdstukken stonden. Ook zijn enkele nieuwe grondrechten toegevoegd. De indeling is herzien en de tekst gemoderniseerd.

Het belangrijke hoofdstuk 1 opent met een nieuw artikel, dat discriminatie verbiedt. Nieuw is ook, dat het actief en het passief kiesrecht als grondrechten zijn opgenomen. De vrijheid van godsdienst is uitgebreid met de vrijheid van levensovertuiging. Het zgn. processieverbod (zie processie) is geschrapt. Voorafgaande overheidscensuur is verboden, terwijl de vrijheid van drukpers is uitgebreid met bepalingen voor uitingen via radio, televisie, film, toneel enz. Nieuw is het recht tot betoging.

Eveneens nieuw is dat iedereen recht heeft op de eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer (privacy), alsmede de vastlegging van de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam. Aan het briefgeheim zijn het telefoon en het telegraafgeheim toegevoegd. In de oude grondwet ontbraken nagenoeg de sociale grondrechten, die een verplichting voor de overheid inhouden. Ze zijn in de nieuwe grondwet opgenomen, o.a. de plicht van de overheid tot bevordering van: voldoende werkgelegenheid, de bestaanszekerheid van de bevolking, spreiding van de welvaart, de bewoonbaarheid van het grondgebied, de bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en voldoende woongelegenheid.

Hoofdstuk 2 bevat bepalingen over de regering, die wordt gevormd door de koning en zijn ministers. In de herziene grondwet worden de minister-president en de ministerraad genoemd (in de oude werden zij niet vermeld). Bij troonopvolging wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen zonen en dochters: het oudste kind wordt de nieuwe koning(in).

In hoofdstuk 5 zijn nieuw de artikelen over de ombudsman en over de openbaarheid van bestuur.

In hoofdstuk 6 is vervallen de bepaling dat er recht wordt gesproken ‘in naam des Konings’. De doodstraf kan niet meer worden opgelegd.

Hoofdstuk 7 bevat de toekenning van actief en passief kiesrecht aan niet-Ned. ingezetenen.

In België wordt sedert 1978 aan een herziening van de grondwet gewerkt.