Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Codex iuris canonici

betekenis & definitie

[Lat.], Wetboek van het Canonieke Recht; afk. CIC, het voor de hele (westers-Latijnse) Rooms-Katholieke Kerk geldende wetboek, dat op 25.1.1983 door paus Johannes Paulus II werd gepromulgeerd.

De herziening van de uit 1917 daterende Codex Iuris Canonici was vooral noodzakelijk geworden door het Tweede Vaticaans Concilie (1962-65), dat volgens paus Johannes XXIII richtinggevend moest zijn voor een nieuwe Codex. Het concilie kwam tot direct toepasbare rechtsnormen, maar ook tot een aantal fundamentele ecclesiologische uitspraken, zoals de visie op de kerk als volk van God, het algemeen priesterschap van de gelovigen en de collegialiteit van de bisschoppen.De indeling van de nieuwe Codex draagt duidelijk de sporen van het concilie. Het wetboek bestaat uit zeven boeken:

1. algemene normen;
2. volk van God;
3. de lerarende taak van de kerk;
4. de heiligende taak van de kerk;
5. vermogensrecht;
6. strafrecht;
7. procesrecht.

Er zijn enkele winstpunten: opwaardering van de positie van de leken en van de particuliere kerken en hun wetgeving, alsmede een ingrijpende vermindering van het aantal bepalingen (van 2414 naar 1752). Daarentegen worden enkele belangrijke zaken te kort of helemaal niet behandeld, zoals de massamedia, heilig- en zaligverklaringen, de pauskeuze, huwelijksontbinding ‘ten gunste van het geloof. Negatief te waarderen is, dat de administratieve rechtspraak (voor de beoordeling van bestuurshandelingen van bisschoppen, parochie- en schoolbesturen e.d.) onvoldoende aan bod komt en dat de positie van de paus ongemeen versterkt is ten koste van b.v. het oecumenisch concilie. Daardoor is de nieuwe Codex centralistischer dan de oude, misschien ook wel door de versterking van de positie van de plaatselijke bisschop: alle aan de bisschop ten dienste staande raden (van bisschoppensynode tot parochieraad) hebben in de nieuwe Codex een louter adviserend karakter.

Een stap vooruit is ook dat de Codex in menig opzicht een uitgesprokener oecumenische oriëntatie bezit en b.v. spreekt over de gescheiden broeders (niet: kerken, laat staan zusters).

De in 1972 ingestelde pauselijke commissie voor de herziening van het oosterse canonieke recht was in 1984 met haar werk gereed: promulgatie wordt voorzien voor 1988. [dr. A.H.Eysink]

LITT. J.Listl e.a., Handbuch des kath. Kirchenrechts (1983); N.Ruf, Das Recht der kath. Kirche nach den neuen Codex Iuris Canonici für die Praxis erlautert (1983).