Witte (sergej joeljevitch, graaf) - Russisch staatsman, geboren 1849 te Tiflis — stammende uit een Nederlandsche familie, die zich neerzette in de Baltische gewesten — overleden te Petersburg 1915, studeerde te Odessa voor ingenieur, klom bij de Zuid-Westspoor Mij. tot een hoogen rang op, werd in 1878 door de Regeering belast met de fusie van de drie Zuid-Russische sporen, in 1888 benoemd tot. directeur-generaal van het spoorwezen en in 1890 tot Minister van Verkeer. Gedurende de elf jaren (1892—1903) was hij het denkend en zorgend hoofd van Rusland : van uit het Departement van Financiën behartigde hij volijverig het oeconomisch leven van zijn land : hij bracht financieele hervormingen, brandewijnmonopolie, staatsexploitatie van spoorwegen en groote bezuinigingen tot stand, liet den Trans-Siberischen spoorweg aanleggen. In 1903 werd hij president van het Minister-Comité. In 1905 werd hij naar Portsmouth gezonden, voor de vredesonderhandelingen met Japan.
Voor het verkregen resultaat verhief de czaar hem tot graaf. Toen na dien ongelukkigen oorlog de sociale nooden tot révolutionnaire bewegingen leidden, werd W. geroepen tot president van een constitutioneel ministerie, doch viel als hervormer weldra (1906) in ongenade bij de reactionnaire omgeving van den czaar. Sindsdien was hij gezant te Parijs. In het Engelsch schreef hij zijn Mémoires, die hij echter voor de publicatie geheim hield. Na zijn dood, 1915, werden ze ontdekt en uitgegeven.
