Wei - De geelachtig groene vloeistof, welke bij de kaasbereiding van de melk overblijft; zij bevat ongeveer 7 % droge stof, bestaande uit melksuiker (± 5 %), eiwit (± 0,8 %) en zouten (0,7 %). Door de aanwezigheid van een weinig onopgeloste kaasstof en van vet is de wei troebel. De hoeveelheid vet is behalve van de wijze van bereiding der kaas sterk afhankelijk van het vetgehalte der verwerkte melk; volle melk levert wei met een vetgehalte van 0,3 tot 0,5 % en hooger, dit vooral bij de ouderwetsche wijze van kaasbereiding (zie PORTEL).
De w. wordt in ons land voor veevoer gebruikt, soms nadat zij vooraf nog ontroomd is; verder dient zij als grondstof voor de bereiding van melksuiker. In de Skandinavische landen bereidt men uit de w. de zoog- en weikaas of myseest. In de Alpen scheidt men door verwarming van de licht aangezuurde w. tot 85° C. eerst de „Vorbruch” en dan na sterker aanzuren en opkoken de „Ziger” af.