Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Waarde (econ.)

betekenis & definitie

Waarde (econ.) - Men onderscheidt de waarde van economische goederen (en diensten) in: 1. subjectieve waarde ; 2. ruilwaarde. De eerste drukt uit het offer, dat iemand bereid is te brengen ten einde eenig goed te verwerven of de vergoeding, waartegen de bezitter van het goed bereid is het af te staan. De tweede de vergoeding, welke in het verkeer voor het afstaan van het goed wordt bedongen. Ad. Smith spreekt van value in exchange in tegenstelling met value in use. — De subj. waarde is afhankelijk van het nut of het genot, dat het goed geacht wordt voor den bezitter op te leveren.

Dit nut of genot is niet voor ieder even groot. Wie den hongerdood nabij is, zal een brood geheel anders waardeeren dan wie juist een maaltijd heeft genuttigd. Ook kan een bepaald persoon aan een bepaald voorwerp (b.v. een souvenir, een erfstuk) een veel hoogere waarde toekennen dan ieder ander (Affectie-waarde). Ook zal eenzelfde persoon eenzelfde zaak geheel anders waardeeren, wanneer hij al of niet reeds in het bezit is van gelijksoortige zaken. Iedere behoefte toch is beperkt. Naarmate de bevrediging neemt de waardeering, van wat daartoe kan dienen, af. Iedere toevoeging tot iemands bezit zal tot bevrediging van een minder dringend gevoelde behoefte worden aangewend en dus minder worden gewaardeerd. Dit laatste toevoegsel bepaalt dus iemands waardeering van eenig goed.

Men drukt dit uit door te zeggen, dat de subj. waarde wordt bepaald door de marginale nuttigheid (Hd. Grenznutzen). — Uitdrukking der waarde is steeds een vergelijking met de waarde van iets anders. Wijziging van dit verhoudingsgetal kan dus in verandering der waardeering van ieder der voorwerpen wier waarde wordt vergeleken, haar grond hebben. Is dus de waarde van iets in geld uitgedrukt (zie PRIJS), zoo is ook de waarde van het geld een factor van de prijsbepaling. Dit geldt zoowel voor de subj. als voor de ruilwaarde. Bij de eerste zal het echter allicht veel duidelijker en plotselinger tot uitdrukking komen. Wie in geldverlegenheid verkeert, zal veelal bereid zijn, zijn goederen zelfs tegen zeer lage prijzen van de hand te doen.

Voor veranderingen in de ruilwaarde van het geld, zie KOOPKRACHT VAN HET GELD. — De subj. waarde komt tot uitdrukking in den maximum-prijs, dien men voor iets over heeft of in den minimum-prijs, waarvoor men het wil missen. Vooral voor den kooper wordt de subj. waarde in hooge mate beheerscht door het feit, dat ieder individu slechts de beschikking heeft over een beperkt inkomen. De maximum-prijs, dien hij voor ieder artikel afzonderlijk, dat zijn behoeften kan bevredigen, overheeft, drukt dus uit een (veelal niet volkomen bewuste) waardeering van alle zijn behoeften. Voor ieder dezer zal voor hem een maximum-prijs gelden, dien hij te harer bevrediging kan of wil besteden. Deze maximum-prijs drukt voor hem uit de subjectieve waarde, die het artikel voor hem heeft. Prijsdaling doet dus een artikel vallen binnen het bereik van steeds meer personen. — Zie voor de ruilwaarde verder PRIJS.