Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Viscositeit

betekenis & definitie

Viscositeit - eigenschap eener vloeistof of gas, daarin bestaande, dat bij strooming de lagen van verschillende stroomsnelheid krachten op elkaar uitoefenen in de lijn der snelheid. Dientengevolge worden de zich met grootere snelheid bewegende vloeistofdeelen a. h. w. tegengehouden door die met kleinere snelheid, hetgeen het verschijnsel van de inwendige wrijving is. De mate, waarin de v. bij een bepaalde stof optreedt, wordt uitgedrukt door den viscositeitscoëfficiënt, die in sterke mate van de temperatuur afhangt; bij toenemende temperatuur wordt de v. geringer.

Bij gassen is de v. tot bij zeer lagen druk onafhankelijk van de dichtheid (zie GAS). Ook bij plastische vaste stoffen kan gesproken worden van een, in dat geval zeer groote v.