Swarth - (Stéphanie Hélène), Nederl. letterk., geb. te Amsterdam 1859. Zij ontving te Brussel, waarheen haar ouders verhuisden, een Fransche opvoeding. Haar eerste verzen zijn ook in het Fransch geschreven. Zij is gehuwd geweest met den letterkundige F. Lapidoth; woont thans te ’s-Gravenhage.
Hoewel niet behoorend tot de dichters van ’80, is zij door deze altijd ten zeerste gewaardeerd. Kloos noemde haar „het zingende hart van Holland”. Talrijke verzenbundels verschenen van haar hand: Gedichten, Poëzie, Verzen, Stille Dalen, Diepe Wateren, enz. Proza-schetsen in Ernst, Profieltjes, Van Vrouwenleed, Van Vrouwenlot, enz. Bundels uit den laatsten tijd zijn: Mara en Dolorosa, Verzen, Nieuwe Verzen, Eenzame Paden, Late Liefde, Late Rozen. Deze latere bundels missen de bekoring der vroegere en zijn niet vrij te spreken van een zekere monotoonheid, ook wat het onderwerp betreft. Verder vertaalde zij nog van Helene Vacaresco Roemeensche Volksliederen en Balladen, van de Musset Nachten, van Elisabeth Barrett—Browning Portugeesche Sonnetten. Bovendien een proza-vertaling van den 17de-eeuwschen Franschen roman De Prinses de Clèves. — Men zie over haar: K. Vos, Vragen van den Dag (1919).
