Struisvogels - behooren tot de loopvogels. Hiertoe behoort in de eerste plaats de Afrikaansche struisvogel (Struthio camelus), zie plaat Ethiopische fauna fig. 15. Hoogte tot 2½ M., leeft in de woestijnen en steppen van Afrika en W.-Azië. Daar hij door de jacht — struisveeren — dreigde uit te sterven, is men er toe overgegaan den str. te kweeken, wat in Z.-Afrika goede resultaten heeft gehad; ook op Curaçao bestaat een dergelijke kweekerij.
Echt woestijndier, voedt zich met planten en insecten, kan niet vliegen ; aan de korte vleugels ontbreken de slagpennen, evenals de stuurpennen. De groote veeren aan voorste ledematen en staart hebben buigzame schachten en de baarden hangen niet samen. Daarentegen kan de str. buitengewoon snel en langdurig loopen; de sterke voeten hebben slechts 2 teenen. Het mannetje leeft polygaam en bebroedt beurtelings met het wijfje de eieren. — Tot de struisvogels behooren verder de nandoe, de emoe en de kasuaris.
