Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Schependomsrecht

betekenis & definitie

Schependomsrecht - Hieronder verstaat men het erfrecht bij versterf in die streken van Holland en in Zeeland, waar de rechtspleging met azing en geburen niet gold, maar wel die van schout en schepenen. (Zie AZING en AASDOMSRECHT in’t Suppl.). In de streken, waar rechtspraak van azing en geburen was geweest, gold het erfrecht bij versterf, dat men als aasdomsrecht aanduidt. Zuidelijk van de lijn Maas—Hollandsche IJsel gold het schependomsrecht, benoorden daarvan het aasdomsrecht. Het verschil tusschen beide erfrechten wordt aangeduid door deze twee spreuken: ,,Het naaste bloed erft het goed” (aasdomsrecht) en ,,Het goed gaat, vanwaar het kwam” (schependomsrecht). Naar schependomsrecht werden geroepen tot de erfenis: eerst de kinderen en de afstammelingen bij representatie, d. w. z. dat een overleden kind wordt vertegenwoordigd door zijn gezamenlijke kinderen, daarna de ouders, beiden in leven, ieder voor ½ en, is één dood, dan komt slechts de lijn van den (de) overledene; zijn beiden dood, dan ieders lijn voor de helft, alles met inachtneming van den regel, dat het goed niet gaarne klimt, zoodat, als de ouder dood is, eerst zijn afstammelingen en pas als dezen er niet zijn, de afstammelingen van de grootouders komen.

Alles met representatie. Naar het aasdomsrecht erft de nederdalende lijn, dan de opgaande, dan de zijlijn en in elke lijn de naaste, zoodat bij gebreke van descendenten de ouders alles erven en, zoo er slechts één ouder leeft, deze alles alleen erft. Hierbij geen representatie.

< >