Salii - (Lat.), zeer oud priestercollege voor den eeredienst van den krijgsgod in de Latijnsche steden (Lanuvium, Tusculum, Aricia, Tibur en te Rome), bestaande uit twee colleges van elk 12 priesters, de S. Palatini en de S. Collini (Agonenses), die gemeenschappelijk optraden en met wapendans en gezang naar de gunst van den krijgsgod streefden op 19 Maart en volgende dagen en in October, waarbij de heilige schilden (ancilia) werden rondgedragen. Hun liederen, de carmina Saliaria of axamenta, ter eere van Mars (Quirinus), waren zóó oud, dat de priesters zelven ze later niet meer verstonden en zij reeds omstr. 100 v. C. stof voor geleerd onderzoek vormden: wij bezitten daarvan drie overblijfselen, maar zeer slecht overgeleverd, benevens eenige ouderwetsche namen en woorden. Varro’s De lingua latina (7, 3) maakt met name melding van de carmina Saliaria.
In den keizertijd werden ook Augustus, Germanicus e. a. in de liederen opgenomen. Overblijfselen zijn verzameld o. a. door Zander, Carminis saliaris reliquiae (Lund 1888).
