Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Runen

betekenis & definitie

Runen - oud Germaansch letterschrift, dat waarschijnlijk vóór of begin 3de eeuw n. C. afgeleid is van de Latijnsche letterteekens en in verschillende vormen in gebruik was bij de Noord-, Oost- en West-Germanen. Het oudste runenalphabet, uit 24 letterteekens bestaande, komt voor op de brakteaat van Vadstena in Zweden, op een gesp, gevonden bij Charnay in Bourgondië, de laatste 5 a 600 n. C. en op een zwaard, gevonden in de Theems van ± 700. Uit Duitschland zijn ons een aantal runenopschriften bekend in elk geval ouder dan 700 ; Angelsaksische zijn ons meer bewaard (kruis v. Ruthwell, enz.); van Gotische runenopschriften kennen wij enkele uit Z.-Rusland en Roemenië (ouder). Bijzonder groot is het aantal Scandinavische over een tijdvak van de 4de tot de 15de eeuw; de oudste, uit Denemarken en Sleeswijk, zijn in een taal, die men oer-Noordsch noemt.

Elke rune had een naam; dezen deelt ons een St. Galler handschr. uit de 10de eeuw mede (Abecedarium Nordmannicum). Zij speelden een groote rol in het tooverritueel. In den Vikingentijd ontstond in Noorwegen uit het oude een jonger, korter runenschrift van 16 teekens. Opschriften in runenteekens zijn gevonden op talrijke grafsteenen, ringen, brakteaten, zwaarden. Litt.: Ludv. T. A. Wimmer, Die Runenschrift, übersetzt von F. Holthausen (1887)

.