Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Paradijs

betekenis & definitie

Paradijs, - een uit het Perzisch (pardes) in het Grieksch overgenomen woord, beteekent zooveel als park. Deze Grieksche benaming (paradeisos, Lat. paradisus) is ten tijde van het Jodendom overgebracht op den hof van Eden, dien God volgens Gen. 2 als verblijf voor den eersten mensch geschapen had. (Zie EDEN). In de oud-christelijke kerken is p. (paradisus) de uit het atrium der basilica ontstane voorhal voor de boetelingen.