Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Palm (johannes henricus van der)

betekenis & definitie

Palm (johannes henricus van der), - Nederl. letterkundige, geb. in 1763 te Rotterdam. Hij werd predikant te Maartensdijk, vluchtte in 1787 als patriot. In 1796 werd hij hoogleeraar in de Oostersche talen te Leiden, van 1799—1805 was hij Agent van de Nationale opvoeding, van 1806—1833 weer hoogleeraar. Hij was beroemd om zijn buitengewone welsprekendheid; 16 deelen met kanselredenen verschenen van hem.

Andere werken: Salomo (6 dln. 1808—1816), verklarende verhandelingen over de Spreuken van Salomo; Jesaias, een vertaling van diens profetieën in 3 dln. (1805) in zeer welluidend rhythmisch proza; ook nog een complete Bijbelvertaling (1830) en een Bijbel voor de Jeugd (1811). In 1816 verscheen het Geschied- en Redekundig Gedenkschrift van Nederlandsch Herstelling (1816). Hij overleed in 1841. Zie over hem: N. Beets, Leven en karakter van J. H. v. d. Palm (1842).

Palma, hoofdstad der Balearen aan de Z.W.kust (aan de Bahia de P.) van het eiland Mallorca ; 68.000 inw. Belangrijke, voor de grootste schepen toegankelijke, haven (oorlogsha ven), door spoorwegen met het binnenland van het eiland verbonden. De stad ligt, mooi gebouwd, tegen de oeverheuvels aan van de hoefijzer vormige Rada de Mallorca. Belangrijke Middeleeuwsche gebouwen zijn de kathedraal, de Lonja (beurs), het paleis van de koningen der Balearen. Vrij belangrijke textielindustrie; uitvoer van sinaasappelen. Ned. consulaat.

< >