Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Naardermeer

betekenis & definitie

Naardermeer, - een meer tusschen Weesp en Naarden, doorsneden door den spoorweg Hilversum—Amsterdam, groot 700 H.A., voor 3/4 in de gem. Naarden en voor de rest in de gem. Weesp en Muiden; het is ontstaan door het roekeloos uitbaggeren van het veen. In 1625 werd het als speculatie drooggemalen en in weiland veranderd, maar reeds 4 jaren later, bij den inval der Spanjaarden, liet men het ter beveiliging van Amsterdam, weer vol loopen.

Het bleef nu weer water, totdat in 1883 de familie Rutgers van Rozenburg 2£ ton aan een nieuwe droogmaling besteedde. Maar thans was de kwel in den nieuwen polder zoo sterk, dat een stoomgemaal van 50 paardekracht niet voldoende bleek om het goed droog te houden, zoodat men de droogmakerij weer vol liet loopen. In 1904 was men voornemens de plas met den straatafval van Amsterdam te dempen. Doch daar er zeer merkwaardige en zeldzame vogels verblijf houden (o. a. lepelaar en purperreiger), werd de plas met haar riet en eilandjes aangekocht door de „Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland”, zoodat het nu een rustige broedplaats is van bedoelde vogels.