Molnár - (Ferenc), geb. 1878. Hong. schrijver. Reeds spoedig na devoltooiïng zijner acad. studiën trad hij in de redactie van het dagblad Budapesti Napló, en werd medewerker aan de tijdschriften Hét en Uj Idök. Zijn geestige, origineele wijze van behandelen der actueele vraagstukken in de z.g.n. Zaterdagsche kroniek der Pesti Hirlap, maakt die rubriek tot zeer gezochte lectuur.
Met zijn roman Az éhes város (de hongerige stad), trok hij in 1900 voor ’t eerst aandacht. Ook zijn volgende werken: Egy gazdátlan csónak története (de gesch. van een onbeheerde boot), Józsi, Eva, Rabok en zijn eerste dram. proeven vonden een gunstig onthaal. Het in 1907 opgevoerde tooneelstuk Az ördög — de Duivel — plaatste hem echter eensklaps in het midden der populairste Hong. schrijvers en alras was dit stuk in heel Europa en tot Amerika doorgedrongen. Sedert is het verschijnen van ieder boek en drama van Molnár een gebeurtenis. Zijn klein epos uit de kinderwereld A Pál utcai fiuk — de jongens uit de Paulusstraat — munt uit door meesterlijke schildering en fijne nuanceering van de kinderwereld in Pest. Van zijn drama’s, die ook in andere landen worden opgevoerd, zijn ook in boekvorm verschenen: Liliom, een schildering van de laagste volksklassen der Hong. hoofdstad, A testör (de soldaat van de lijfgarde), A farkas (de wolf). Bij het uitbreken van den wereldoorlog ging M. als correspondent naar het front; zijn levendige, bonte en boeiende artikelen van het gevechtsterrein wekten groote bewondering en zijn tot één geheel verzameld uitgegeven.
