Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Minor

betekenis & definitie

Minor, - 1) n.l. propositio, een der twee praemissen van een Syllogisme (sluitrede). Zie: SYLLOGISME.

2) Jakob, Oostenrijksch litteratuurgeschiedschrijver, 1855-1912, werd in 1882 prof. te Milaan, in ’84 te Praag en in ’85 te Weenen voor de Duitsche philologie. Van zijn hand verschenen goede uitgaven van Ulr. von Winterstetten (1882), Arnin, Brentano, enz. en vooral Novalis (1907) en verder: Die Schicksalstragödie in ihren Hauptvertretern (1883), Schiller, sein Leien und seine Werke (2 dln. 1890), Neuhochdeutsche Metrik (1893), Goethes Faust, Urfaust und 1 Teil (2 dln. 1901), (een Faustkommentaar), enz.

< >