Militair onderwijs, - geregeld bij de Wet van 12 Juli 1890 (Stbld. no. 126, gewijzigd ingevolge de Wet van 23 Mei 1910, Stbl. no. 138) voor zoover daarbij de opleiding voor den officiersrang bij de landmacht en de hoogere vorming van dien officier zijn betrokken. Het toezicht op de in deze wet genoemde inrichtingen van militair onderwijs is opgedragen aan een opper- of hoofdofficier, die den titel voert van „Inspecteur van het militair onderwijs” en onder de onmiddellijke bevelen staat van den Minister van Oorlog. De opleiding voor den officiersrang bij de landmacht, en — voor zooveel die opleiding in Nederland plaats heeft — ten behoeve van den dienst in de koloniën geschiedt: a. voor de infanterie, de cavalerie, de artillerie en de genie aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda; b. voor de infanterie en de militaire administratie aan den Hoofdcursus te Kampen.
Voorbereidend onderwijs wordt gegeven: a. voor toelating tot de Kon. Mil. Academie aan de Cadettenschool te Alkmaar; b. voor toelating tot den Hoofdcursus aan een centralen cursus bij het wapen der infanterie. De hoogere vorming van den officier heeft plaats aan de Hoogere Krijgsschool, welke te ’s-Gravenhage gevestigd en bestemd is tot vorming van officieren: a. in algemeene krijgskundige richting, alsmede voor de hoogere troepenleiding en voor den dienst bij den generalen staf; b. voor den intendancedienst, terwijl voor de hoogere vorming van den officier — bepaaldelijk ook in technische richting — door de regeering nog andere voorzieningen worden getroffen.
Inrichtingen tot vorming van kader zijn:
A. Het Instructie-Bataljon, bestemd tot opleiding van onderofficieren der infanterie, zoowel voor het leger hier te lande als voor dat in de koloniën. — B. De Instructie-Compagnie, bestemd voor opleiding van kader voor de regimenten vesting-artillerie en de korpsen pontonniers en torpedisten. — C. De Instructie-Batterij, bestemd voor opleiding van kader voor de regimenten veld- en het korps rijdende artillerie.
De opleiding tot verlofsofficieren heeft plaats aan daartoe ingerichte scholen; voor de infanterie te Breda, Amersfoort en Maastricht, cavalerie bij de daartoe aan te wijzen korpsen of depôts, veld-artillerie te Ede, vesting-artillerie te Utrecht. Militair onderwijs bij de zeemacht, zie MARINE (KONINKLIJK INSTITUUT VOOR DE).
