Mieszko - (Mieczyslav), naam van koningen van Polen. Te noemen :
M. I, die onder invloed zijner gemalin Dubrawka v. Bohemen het Christendom aannam (966). Hij was genoodzaakt de opperheerschappij van den Duitschen keizer te erkennen.
M. II, jongere zoon van Boleslav I, dien hij in 1025 opvolgde. In strijd geraakt met zijn ouderen broeder Bezprim, stond hij Slowakije af aan Hongarije teneinde den steun hiervan te verwerven. Hij slaagde er ook in zich staande te houden tegen den Duitschen keizer Koenraad II, wiens oppergezag hij niet erkennen wilde. Toen de keizer een verbond sloot met Denemarken, Kiew en Hongarije, moest de Poolsche koning vrede vragen, daarbij Pommeren afstaan aan Denemarken, Moravië aan Bohemen en Tscherninië aan Kiev. Hij stierf in 1034.
M. III volgde in 1173 zijn broer Boleslav IV op, veroverde Krakau, maar moest, toen de adel tengevolge van zijn maatregelen op financ. gebied in verzet kwam, de vlucht nemen (1177). Hij slaagde er in zich in 1200 opnieuw van de heerschappij meester te maken, welke hij behield tot zijn dood in 1202.