Maarsen, - gem. in de prov. Utrecht, op den Westelijken oever der Vecht, 2 uur ten N.W. van de stad Utr.; slechts een zeer klein gedeelte met het Huis ten Bosch ligt ten W. van de Vecht, tegenover het dorp M. De gem. beslaat 845 H.A. en werd in 1857 vergroot met de gem. Maarsenbroek (180 H.A.). De bodem is vruchtbare klei; de 2700 inw. bestaan hoofdzakelijk van landbouw en veeteelt. Ook is er eenige nijverheid, zooals ’t bakken van pannen, tegels, enz.
Behalve ’t dorpje Maarsenbroek, even ten W. van ’t station, met 250 inw., bevat de gem. het fraaie dorp M., aan beide oevers der Vecht, 6 K.M. ten N.W. van Utrecht. Ook vindt men er vele buitenplaatsen. In de Middeleeuwen komt M. reeds voor als Marsna, later als Meersche, naar den natten bodem.