Lodewijk de vrome - keizer van ’t Frankische rijk, was de jongste zoon van Karel den Groote. Bij de verdeeling van ’t rijk (divisio imperii) van 806 was hem ’t Zuidelijk deel van ’t rijk met de Spaansche Mark toegewezen. Na den dood van zijn broers Karel en Pippijn was hij de aangewezen opvolger. In 813 mederegent geworden, volgde hij zijn vader na diens dood in 814 op.
Streng godsdienstig van aard poogde hij de zeden aan ’t hof te verbeteren. In ’t rijk dwong hij de ambtenaren hun plicht nauwgezet te vervullen. Een poging van zijn neef Bernhard om in verzet te komen, werd door hem verijdeld. Na den dood van zijn vrouw Irmengard (818) huwde hij met Judith, de dochter van een Beierschen graaf. Ten bate van den zoon uit dit 2e huwelijk veranderde hij de deeling van ’t rijk onder zijn zoons.
Twisten met zijn zoons zijn hiervan ’t gevolg (zie FRANKISCHE RIJK), waardoor de kracht van ’t rijk achteruitging. Invallen van de Noormannen konden dan ook niet verhinderd worden. Na met afwisselend succes gestreden te hebben stierf L. in 840 te Ingelheim. — Litt.: Simson, Jahrb. des Frank. Reiches unter Ludw. dem Frommen (1874-76).
