Krijgstuchtelijke bestraffing, - de straf, door een militair, die hiertoe bevoegd is, opgelegd aan een militair van lageren rang, in tegenstelling met de crimineele straffen, die bij ons alleen door de krijgsraden en het Hoog Militair Gerechtshof kunnen worden opgelegd. Het Reglement van Krijgstucht, dat weldra zal worden vervangen door het Wetboek van Krijgstucht, regelt de straffen, de strafoplegging, bevoegdheid, enz. In het algemeen is hooger beroep (reclame) toegelaten op een militaire autoriteit, hooger in rang, en zelfs opeen militairrechtelijk college. Zware krijgstuchtelijke straffen kunnen niet door lagere officieren of niet dan onder voorafgaande goedkeuring worden opgelegd.
Het eigenaardige van een krijgstuchtelijke bestraffing is, dat zij niet gepaard behoeft te gaan met een in de wet nauw omschreven strafbaar feit, zooals dit voor het crimineele recht wordt geëischt, maar dat strafbaar is wat moet geacht worden in strijd te zijn met een goede krijgstucht, naar de algemeen gebruikelijke opvatting. Niet de zwaarte van de straf geeft het criterium, want een k. b. kan zeer zwaar, een crimineele straf zeer licht zijn. Voor de toepassing van het burgerlijk strafrecht komen k. straffen niet in aanmerking, juist omdat de k. straffen een opvoedend karakter dragen.
