Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Klemsloot

betekenis & definitie

Klemsloot - Vóór het graven van kanalen en „wijken” wordt ter berging van het uitgegraven zand aan weerszijden van het kanaal een strook tot op den diluvialen zandondergrond van veen ontbloot. Deze strooken heeft men in de veenkoloniën den zeer eigenaardigen naam van „klemsloot” gegeven. Wordt deze strook bij de ontginning van den dalgrond eenvoudig op hetzelfde niveau gebracht als het overige terrein, dan wordt de bodem over deze breedte uitsluitend uit zand gevormd.

Men heeft dan „de klemsloot laten zitten”, waardoor deze strook zeer in vruchtbaarheid afwijkt van het overige terrrein, waar bonkaarde den ondergrond vormt. Bij een goede ontginning wordt daarom de klemsloot weggenomen door het zand minstens 50 c.M. beneden het maaiveld uit te graven en weer met bonkaarde aan te vullen.

Op vele slordig ontgonnen dalgronden in de oude veenkoloniën is dit niet gebeurd, zeer tot nadeel van de cultuurwaarde der gronden.

< >