Kisar - (Kisser), eiland behoorend tot de Letigroep der Zuid-Wester-eilanden, tengevolge waarschijnlijk van ontwouding zeer dor, zoodat soms in een jaar geen regen valt; in dat geval verhuizen de bewoners naar het naburige Roma. De veestapel is tamelijk groot en waar eenigszins mogelijk legt de bevolking tuinen van mais of katjang aan. Onder de ± 9000 bew. vindt men ongeveer 1000 Christenen en bovendien nog ± 200 personen met blanke huidskleur, blond haar en blauwe oogen, en met Holl. namen, als Schelling, Bakker, Visser, Speelman, enz., die zeer waarschijnlijk afstammen van Europ. tijdens de O.-I. Comp. op K. gevestigd.
Ze wonen in de kampong Kota Lama onder een eigen wijkmeester en vermengen zich weinig met de overige bevolking. Het eil. vormt met Lèti, Moa, Roma, Goenoeng Api, Loeang, Sërmata en Damar en omliggende klenere eil. de onderafd. K. der afd. Z.-Timor en Eilanden van de res. Timor en O. De bevolking van K. staat ongeveer op denzelfden beschavingstrap als de overige bew. der Letigroep. Litteratuur: Bar. van Hoëvell in Tijdschr. Bat. Gen. 33; Meyer in Petermanns Mitteil.1882; Rinnooy en Brandes in T. Bat. Gen. 31; W. Back in Stemmen voor Waarheid en Vrede 1916.
