Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Index

betekenis & definitie

Index - (Lat., meervoud indices)

1) in den R.-Kath. eeredienst de persoon, die bij sommige godsdienstige plechtigheden den dienstdoenden geestelijke de plaats aanwijst van de gebeden in het boek der plechtigheden ; zilveren staafje, dat wel gebruikt wordt ter aanwijzing der gebeden; kapittelstokje ; register, inhoudsopgave van een boek.

Voorts de „Index librorum prohibitorum”, de lijst van verboden boeken, van die boeken n.l. welke de leden der R.-Kath. kerk, behoudens bijzondere vergunning, niet mogen lezen. Het verbod van het lezen van enkele boeken komt reeds in zeer oude tijden en in de Middeleeuwen voor, doch meer uitgebreide lijsten werden het eerst van 1524—40 in de Nederlanden door Hendrik VIII en Engelsche bisschoppen gepubliceerd. Grootere, alphabetisch ingerichte catalogi van verboden boeken werden uitgegeven door de universiteit van Leuven en door de theologische faculteit van Parijs. De eerste dergelijke lijst, welke den naam I. draagt en te Rome verscheen, werd door de inquisitie gepubliceerd op last van Paus Paulus IV in 1559. Deze I. werd door een commissie van het concilie van Trente herzien, hier en daar verzacht, en zoo uitgegeven door paus Pius IV in 1564. Deze zoogenaamde Trentsche I. (Index Tridentinus) ligt aan alle volgende Roomsche Indices ten grondslag. Pius richtte in 1571 de Congregatie van den I. (Congregatio Indicis) op, die tot taak had boeken te verbieden en nieuwe uitgaven van den I. te bezorgen. De Roomsche I. is sedert Clemens VIII (1596) in eiken nieuwen druk (circa 40) vermeerderd met de inmiddels door de Congregatie van den Index, de Inquisitie of rechtstreeks door den paus verboden boeken.

Volgens den tweeden regel van de Trentsche commissie zijn alle, opzettelijk over godsdienst handelende geschriften van apostaten, scheurmakers of ketters verboden ; evenals pornografische en dergelijke, welke dan ook niet met name vermeld worden (reg. 7 en 9). In 1900 kwam de I. van Leo XIII, die behalve de nieuwe lijst van verboden boeken een constitutie (officiorum ac munerum) met de algemeene boekenwet vervat, zoodat hierin de geheele wetgeving daaromtrent is vervat. Aan dezen I. mag noch te veel, noch te weinig beteekenis gehecht worden. Hij verplicht krachtens kerkelijke gehoorzaamheid allen, die geen verlof hebben om verboden boeken te lezen. Een kerkelijke censuur gaat met het verbod niet samen, behalve bij boeken van ketters en apostaten, die hun leer verdedigen.

Niet alle boeken, zelfs niet altijd de gevaarlijkste, zijn genoemd. Van steeds meer belang dan de I.-lijst worden de I.-regels. — In het Motu proprio van Bened. XV (26 Maart 1917) wordt de Congr. Ind. afgeschaft en zijn haar werkzaamheden overgegaan op de Congr. s. officii. Verdere regeling zie Codex Juris Canonici (1917), Canon 247 §4.

Naast de Indices prohibitorii, welke slechts lijsten van verboden boeken zijn, verschenen in de 16de eeuw nog eenige „Indices expurgatorii”, waarin de plaatsen worden aangegeven, welke in boeken verwijderd of veranderd moeten worden, alvorens die boeken door katholieken mogen worden gelezen. Zulke indices werden op last van Philips II in 1571 te Antwerpen, door Quiroga in 1584 te Madrid gepubliceerd. Te Rome werd in 1607 door den dominicaan Guanzelli uit Brisighella (Brasichellensis) het eerste deel van een index expurgatorius uitgegeven, welke evenwel spoedig onderdrukt werd en te Rome verscheen nooit meer een dergelijke I.

Naast de kerkelijke indices en als geheel onafhankelijk daarvan dienen nog genoemd te worden de door de Oostenrijksche regeering sedert 1754 uitgegeven Catalogi librorum prohibitorum, een Beiersche Catalogus van 1770 en de in 1882 te Berlijn verschenen lijst van verboden soc.-dem. geschriften, waarvan in 1888 een aanhangsel verscheen.

2) (wisk.), aanwijzer, in den regel aangebracht rechts onderaan het wiskundig symbool, bijv.: «i, a2,...pk, i2, yu… Index van een getal a voor een grondtal g bij een modulus p (p is een ondeelbaar getal) heet de exponent van de macht, waartoe men het grondtal g moet verheffen, om te maken, dat deze macht bij deeling door p dezelfde rest laat als a, dus opdat g congruent is met a mod. p : g a (mod. p); bijv. bij ’t grondtal g = 3 en voor p = 5 heeft het getal 11 den index 4; immers 34 = 81 geeft bij deeling door 5 dezelfde rest als 11 (n.l. 1). Rangschikt men alle getallen 1, 2,.. . p — 1 naar hun index voor een zeker grondtal g, dan krijgt men een indextabel. — Index van een ondergroep: Als een groep G van de orde N een ondergroep g heeft van de orde n, dan is n een deeler van N, en dan heet het quotiënt N , .— = v de index van de ondergroep. Bijv. de groep G van de permutaties van 3 elementen a, b, c is van de orde 6 (JV = 6); de permutaties zijn abc, b c a, c ab, a cb, b a c, cb a ; de even permutaties: abc, bca, cab vormen een ondergroep g vap de 3e orde (n = 3); de index van deze ondergroep is dus v = 6 : 3 =2. Ontbindt men een samengestelde groep in zijn invariante ondergroepen, dan krijgt men een reeks van indices, welke de samenstellingsreeks van de groep heet. — 3) (krist.), zie INDICES.
4), zie ALHIDADE.