Hoveling - was degene, die al of niet edel in de Groninger Ommelanden een edele heerd bewoonde en als zoodanig regeeringsrecht uitoefende. H. mag men van gelijke beteekenis achten als Hoveman, de bewoner van een hoeve, een havesate, een state, saté, een heerd, edele heerd. (Zie HEERD, SATÉ, STATE, HAVESATE.) Het woord h. hangt dus niet — zooals wel verkondigd is — samen met „hoofd” (caput), al vertaalt men het dan ook door capitaneus, maar met „hove”, hoeve.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk