Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Horizon

betekenis & definitie

Horizon - (sterrekunde)

1) groote cirkel van de sfeer, welks vlak (horizontaal vlak) loodrecht op de richting der zwaartekracht staat, en door een stilstaand vloeistof-oppervlak (kwikhorizon, niveau) wordt geleverd. Elke plaats van waarneming heeft haar eigen horizon. De hier beschrevene is de schijnbare h., de ware (geocentrische) h. wordt hieraan evenwijdig door het middelpunt der aarde aangebracht. Het verschil met den schijnbaren h. is alleen merkbaar voor de leden van het zonnestelsel, speciaal voor de maan; zie PARALLAXIS.
2) de gezichtseinder (einder), de grens tusschen hemel en aarde (bij vrij uitzicht). Dit is de letterlijke beteekenis van het aan het Grieksch ontleende woord h. Op zee spreekt men van de kim. De kim wordt geconstrueerd, door uit het oog van den waarnemer een raakkegel aan den aardbol te leggen; op de sfeer wordt daardoor een kleine cirkel afgeteekend, die des te lager onder den grooten cirkel van den schijnbaren h. ligt, naarmate de waarnemer zich hooger boven het zee-oppervlak bevindt (kimduiking).