Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hoogeveensche vaart

betekenis & definitie

Hoogeveensche vaart - of Drentsch kanaal, ontstond door de kanalisatie van den Echtenschen stroom, het werk van den heer Van Echten, aangevangen in 1623 tot ontginning der venen. De eerste naam was Echtens Nieuwe Grift. In de volgende jaren werd de vaart doorgetrokken tot Hoogeveen, na 1850 door de Drentsche Kanaal Mij. verlengd tot zij de rijksgrens bereikte. Zij was tot zoover voor het gebruik gereed in 1914.

Het geheel bestaat uit 9 panden; het kanaalpeil steigt naar ’t O. van 0.68 tot 16 N.A.P., de diepte neemt in die richting toe van 1.70 tot 2.50 M.; de breedte wisselt af tusschen 11.50 en 14 M.; de smalle deelen hebben wisselplaatsen. De namen, die het achtereenvolgens draagt, zijn: Hoogeveensche v., Opgaand Drentsch kan., Drentsch kan. Echtensch kan.,, Verlengde Hoogev. v. Het wordt gevoed door den Echtenschen stroom, Loo- en Drostendiep en staat in verbinding met het Oranje-, Stieltjes-, Scholtensk., op Duitsch gebied (geprojecteerd l) met het Nord-Süd K. en met tal van wijken.