Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hondsrug

betekenis & definitie

Hondsrug - deel van het Drentsche plateau, eigenlijk de Oostelijke helling hiervan naar het dal van de Hunze. Hij strekt zich uit van de stad Groningen (ten N. hiervan verdwijnt hij onder de klei) in Z.O. richting tot ± Emmen, waar hij zich in 2 takken verdeelt, die het voormalige ; Barger Meer omsluiten. Op den Oostelijken rug ligt Nieuw-Dordrecht; op den Westelijken Erica en verder Zuidwaarts Coevorden. Hij reikt tot 32 M. hoogte, bij N.Dordrecht nog tot 23 M. + A. P. Alleen in het N. vertoont hij zich als rug, tusschen de dalen van de Hunze en de Aa.

Een deel van den H. is op te vatten als een eind(stuw) moreene v. h. Fenno-Scandinaafsche landijs (zie DRENTE), vooral in de nabijheid van Zuidlaren en Valthe, waar geplooide lagen liggen. Onder het Noorsche diluvium komt Zuidelijk grint en zand voor. Hier en daar vertoont de H. kleine heuvels. Zandstuivingen komen op enkele plaatsen in tamelijke uitgestrektheid voor. De oude heerweg volgt den Hondsweg; de N.O. Locaal Spoorweg loopt er grootendeels ten O. van. Waarschijnlijk vormt de ondergrond van den H. een horst, terwijl een deel van het overstroomdal van de Hunze een slenk bevat, die nog in den postdiluvialen tijd gedaald is, en zeevormingen vertoont. De dorpen op den H. liggen door heidevelden gescheiden van elkaar. Het Voorste Diep vormt een doorbrekingsdal door den H. Zeer vele hunnebedden komen hier voor.