Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hanna

betekenis & definitie

Hanna - (Hebr. „genade”; in het Grieksch overgenomen als Anna), 1) vrouw van Elkana. moeder van Samuël ; (1 Sam. 1). Het „lied van H.” (1 Sam. 2, 1—10) is een psalm uit lateren tijd dan het omringend verhaal; het is, waarsch. een danklied voor redding uit der vijanden hand ; vlgs. sommigen is het ’t model van den lofzang van Maria (eigl. : van Elisabeth ?) in Luk. 1, 46—55. — 2) zie ANNA.

< >