Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hades

betekenis & definitie

Hades of Aïdes, Aidoneus (de onzichtbare), ook Pluto genaamd, de Zeus van de onderwereld met den onzichtbaar makenden helm, zoon van Cronus en Rhea, die bij de verdeeling van het heelal het doodenrijk onder de aarde heeft bekomen. Daar woont hij, bevreesd voor het licht der bovenwereld. Zijne gemalin is de doods- en hellegodin Persephone (Proserpina), die hij geroofd en naar zijn rijk ontvoerd heeft.

Talrijk zijn zijne bijnamen als heerscher over de schimmen der afgestorvenen. Maar evenals Demeter en Persephone heeft hij als chthonische godheid ook zijn zachtaardige zijde : de hellevorst is tevens een goede aardgeest, Pluto, die het zegenrijke koren schenkt, en zoo heeft hij ook de verzoenende namen Eubuleus, Clymenus, en wegens zijn vele bijnamen heet hij in ’t Gr. ook wel „de veelnamige”. Zijn eeredienst kwam vooral in Elis voor, waar hij alleen onder den naam H. werd vereerd: meer echter als Pluto met de Cora, b.v. in Kl.-Azië en onder andere namen, als Chthonios, Clymenos, in de Peloponnesus.

De god der onderwereld werd behalve op de „onderwereld-vazen” (zie KERAMIEK, Gr.-Rom.) zelden afgebeeld. Op terracottareliefs uit Locri gelijkt hij op Zeus, draagt een langen baard en een krans op de lokken. Op vazen houdt hij vaak een scepter en een hoorn des overvloeds vast. Later valt zijn type samen met dat van Sarapis. In Romeinschen tijd werd Hades dikwijls op sarkophagen afgebeeld. In de Villa Borghese te Rome bevindt zich ’n standbeeld van H. met scepter en schaal, geflankeerd door den Cerberus.

Het Gr. hades wordt in de Statenvertaling meermalen met hel vertaald, en is wel te onderscheiden van de gehenna, dat eender vertaald wordt, doch de plaats der verdoemden aanduidt. De H. omvat ook het paradijs, de macht, de poorten en de sleutelen ervan zijn geweldig, Matth. 16: 18, Openb. 1: 18. Vgl. ook NEDERDALING TER HELLE.