Getijstroomen - Men dient onderscheid te maken tusschen getijstroomen in vollen oceaan en die op een kust. In vollen oceaan heerscht de vloedstroom van middenstand — hoogwater — middenstand, op een kust van laagwater — middenstand — hoogwater; de ebstroom duurt in vollen oceaan van middenstand — laagwater —middenstand, op een kust van hoogwater — middenstand — laagwater. In vollen oceaan is de snelheid van den vloed- of ebstroom het grootste op het oogenblik van hoog- en laagwater, op een kust het kleinst; terwijl in vollen oceaan de stroom kentert (d. i. van richting verandert en het zwakst is) tijdens middenstand, het oogenblik waarop de getijstroom op de kust het krachtigst is. Ten opzichte van dit algemeene gegeven komen tallooze afwijkingen voor, welke in hooge mate afhankelijk zijn van plaatselijke gesteldheid.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
