Gelijkvormigheidspunt - zie, voor ’t algemeenebegrip, bij GELIJKVORMIG. In ’t bijzonder bij cirkels in ’t platte vlak heeft men een inwendig en een uitwendig gelijkvormigheidspunt. Verbindt men het uiteinde A1 van een straal M1 A1 van den eenen cirkel met het uiteinde van den evenwijdigen en gelijkgerichten straal M2A2 van den tweeden cirkel, dan gaat de lijn A2A2 door het uitwendig gelijkvormigheidspunt; verbindt men daarentegen A2 met het uiteinde A2' van den tegengesteldgerichten straal (A2. diametraal tegenover A2), dan gaat A1A2' door het inwendig gelijkvormigheidspunt. Zijn er gemeenschappelijke raaklijnen, dan snijden de uitwendig-gemeensch. raakl. elkaar in het uitw. gelijkv. p., de inwendig-gemeensch. raakl. elkaar in het inw. gelijkv. p.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk