Gassendi - (Petrus), Pierre Gassend, Fr. wijsgeer, 1592—1655, zoon van een Provençaalsch landbouwer, werd reeds op 19-j. leeftijd professor in de theol. en fil. te Aix, later proost en domheer te Digne, ten slotte weer prof. in de wiskunde te Parijs aan het Collège Royal. Hij bestreed Aristoteles en diens volgelingen en vestigde door zijn beide werken De vita, moribus, doctrina Epicuri (1647), Syntagma philos. Ep. (1649) de aandacht der natuuronderzoekers en wijsgeeren op de vergeten atomenleer van Epicurus, terwijl hij tevens het karakter van dezen gesmaden denker in zijn eer herstelde. Daardoor oefende hij grooten invloed op de ontwikkeling der nieuwere natuurwetenschap.
Huldigde hij eensdeels een alle dingen mechanistisch verklarend materialisme, anderdeels wist hij door erkenning van God als eerste oorzaak, door den menschelijken geest (als onsterfelijk en door God ingeplant) tot op zekere hoogte aan de mechanische wetmatigheid te onttrekken, en door de verloochening van Copernicus’ leer, met de Kerk op goeden voet te blijven. Hij wees ook op de grenzen van alle natuurkennen en de onverklaarbaarheid van de gewaarwordingen uit het onbewust-fysische. In zijn Disquisitiones Anticartesianae bestreed hij scherpzinnig Descartes’ principes en verkondigde een sensualistische kennisleer, welken strijd later zijn aanhangers, de Gassendisten, voortzetten. G. is ook als astronoom bekend, door zijn waarneming van den Mercurius-overgang van 7 Nov. 1631, zijn waarnemingen van Saturnus, zijn levensbeschrijvingen van Tycho Brahe en Copernicus en zijn werk Institutio Astronomica (Par. 1647), waarin hij het stelsel van Tycho Brahe beschrijft. Zie ZONNESTELSEL. Na zijn dood verscheen het Syntagma philosophicum, later toegelicht door Bernier, in Abrégé de la phil. de G., 1678. De complete werken werden in 6 dln., in 1658 te Lyon, in 1728 te Florence (door Averrani) uitgegeven. Vgl. F. Thomas, la Phil. de G. 1889.