Etruria - 1) ongeveer het tgw. Toscane, landschap tusschen den Tiber, de Tyrrheensche zee en de Macra, buitengewoon vruchtbaar en rijk aan mineralen. Het was eerst in het bezit der Umbriërs, werd in de 9de of 8ste eeuw v. C. door de Etruriërs veroverd en in de 2de en 3de Samnitische oorlogen, 326 — 290 v. C., Romeinsch. In de vlg. 2 eeuwen ging het volk als natie ten onder zonder geromanizeerd te worden.
De 12 hoofdsteden of republieken van E. waren: Cortöna, Arretium, Clusium, Perusia, Vetulonia, Russellae, Volsinii, Tarquinii, Valerii, Veji en Caere (’t vroegere Agylla); geheel onafhankelijk van elkander, elk met een lucümo aan ’t hoofd, die tevens opperpriester was, vormden zij een bond, die jaarlijks bij Volsinii, nog in de 4de eeuw n. C., vergaderde. De regeering was streng aristocratisch en erfelijk in de families der lucumones. Elk jaar brengt het archaeologisch onderzoek er rijke schattenaan het daglicht. Zie Deuvis, Cities and cementeries of E. 18833; Miliani, Museo topogr. dell’ Etruria 1898.
2) (koninkrijk) werd in 1800 (1 Oct.) gevormd door Napoleon en gegeven aan Lodewijk I van Parma (overl. 27 Mei 1803). In 1807 verloor ’t koninkrijk zijne onafhankelijkheid. (Zie TOSCANE).