Esterhazy von galantha - Een Hongaarsche familie van oud-adellijken stam, die in de 13e eeuw reeds voorkomt en aanvankelijk twee takken telde, waarvan de eene afstierf in 1838 en de andere in drieën vertakte, van welke die van Forchtenstein de krachtigste is. Het waren van oudsher rijke grondbezitters, die het Habsbursche huis in Hongarije zeer voor stonden, dat hen in 1421 met de heerlijkheid Galantha (Comitaat Presberg), in 1622 met Forchtenstein begiftigde en hun in 1625 den titel van graaf en in 1687 dien van prins schonk.
Verscheidene leden zijn bekend als staatslieden en krijgsoversten; o. a. Paul IV (1635—1713), die reeds op 30-jarigen leeftijd veldmaarschalk was en in ’83 Weenen van de Turken bevrijdde; Paul Anthony III (1786—1866) ambassadeur in Rome en later in Londen, wiens spilzieke weelde hem tot betrekkelijke armoede bracht. Meer bekend nog is het hof Esterhazy, doordat 30 jaar lang (1760—90) Haydn er als Kapelmeester werkte en er zijne meeste composities schreef, des zomers meestal resideerende op het herbouwde slot Esterhazy (het Hongaarsch Versailles) aan den Zuidoever van het NeuSiedlermeer, ’s winters in of bij Weenen. (De majoor Esterhazy, bekend uit het Dreyfus-proces, stamt uit een morganatisch huwelijk) Maurits, graaf van E., Oost-Hong. Staatsman. Hij begon zijn loopbaan als gezant te Rome; werd in 1864 lid van ’t kabinet Schmerling en in 1866 lid van ’t kabinet Beleredi. Hij speelde een rol bij het uitbreken van den oorlog van 1866. (Zie OOSTENRIJK-HONGARIJE). Hij stierf in 1890 in een ziekeninrichting in Pirna.
