Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Diploma

betekenis & definitie

Diploma, - oorspronkelijk een reispas, later (onder de Rom. keizers) noemt men zoo de bronzen platen, die de gunsten — burgerrecht e. d. — vermeldden, verleend aan militairen na afloop van hun diensttijd. Het origineel werd bevestigd aan tempelmuren en verdween met deze, maar de oudgediende kreeg een kleine copie, ook in brons gegrift, en daarvan zijn ons vele bewaard. Ook in de oudheid stond naast deze bijzondere beteekenis een meer algemeene.

Bij Suetonius komt herhaaldelijk het woord voor in den zin, dien het ook wel in de M. E. heeft, n.l.: keizerlijk gunstbewijs, privilege. Met het opkomende humanisme krijgt het dan een bijzondere, technische beteekenis, n.l. in plechtigen vorm opgestelde oorkonde van vorstelijke personen. In aansluiting daarbij heet sedert Mabillon de wetenschap der oorkondenkritiek: Diplomatiek.

Diplomatie, a) het verkeer tusschen soevereine staten;

b) de ambtenaren, daarmede belast; zie DIPLOMATIEKE AGENTEN;
c) de kunde en andere eigenschappen, voor dit verkeer vereischt. In overdrachtelijken zin: handigheid, slimheid en sluwheid gecombineerd.

Vooral in de 17e en 18e eeuw, den tijd van het persoonlijke regeeringsstelsel, met zijn vrijwel onbeperkte macht der vorsten of ministers (Richelieu, Mazarin), ontwikkelde zich het diplomatiek verkeer der volkeren tot een samenstel van intriges en wederzijdsche handigheden en spitsvondigheden, waarbij naar goede trouw weinig werd gevraagd. Naarmate in de 19e eeuw ook in het buitenlandsch verkeer der staten meer openbaarheid wordt geëischt, is er wel verbetering merkbaar, maar nog steeds heeft de d. zich niet ten volle aan de oude tradities kunnen onttrekken. Daardoor wordt door het publiek de d. nog steeds beschouwd als iets, dat het volle daglicht niet kan verdragen. — Het diplomatieke verkeer geschiedt deels door mondelinge besprekingen, deels door schriftelijke nota’s. Vooral in het mondelinge verkeer hebben de hoofsche vormen der etiquette van vroegere eeuwen zich tot op zekere hoogte gehandhaafd, op welker inachtneming met pijnlijke nauwgezetheid wordt gelet. Vooral op den onderlingen rang der vertegenwoordigers van de verschillende staten wordt met de grootste zorg acht geslagen. — In de dagen van Lodewijk XIV is het Fransch de diplomatieke taal bij uitnemendheid geworden.

Engeland echter bezigt bij voorkeur zijn eigen taal, terwijl in de laatste jaren Duitschland dat voorbeeld begint te volgen. — Onder de diplom, nota’s verdienen afzonderlijk vermeld te worden de zgn. ultimatums, welke zich als het laatste woord in een internationaal geschil aankondigen. Niet-inwilliging der daarbij gestelde eischen, veelal binnen een aangegeven termijn, zal oorlog, althans verbreking der diplom, betrekkingen ten gevolge hebben. Het stellen van dergelijke ultimatums is in de laatste jaren een droevige gewoonte geworden. — Voor zoover in het diplom, verkeer reeds openbaarheid heerscht, wordt zij in hoofdzaak bereikt door de publicaties der regeeringen, welke, naar de kleur van den omslag veelal als blauw-, oranje-, wit-, enz. boeken worden aangeduid en waarin diplomatieke correspondenties worden afgedrukt. — Een andere stap in de goede richting is de geldigheid van verdragen en internationale afspraken afhankelijk te stellen van de goedkeuring der volksvertegenwoordigingen der betrokken landen. Werd deze eisch algemeen gesteld, zoo bleven de volkeren bespaard voor de verrassingen, welke hun soms door geheime verdragen hunner regeeringen worden bereid. Zie VERDRAGEN. — Het opperbestuur der buitenlandsche betrekkingen berust hier te lande bij den Koning(art. 57 Grw.).