Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Dienstboden

betekenis & definitie

Dienstboden, personen, welke tot huishoudelijke diensten worden gebezigd. Het woord wordt vooral gebruikt voor vrouwen. De wet (b.v die op de Personeele belasting) spreekt ook van mannelijke dienstboden. Genoemde wet en de daarop berustende rechtspraak vatten het begrip trouwens zeer ruim op, zoodat daaronder ook vallen bedienden in sociëteiten en b.v. ook kinderjuffrouwen eronder worden gerekend. — De verhouding tusschen dienstboden en meester (meesteres) wordt bepaald door de regelen omtrent de arbeidsovereenkomst (zie ook ARBEIDSLOON).

Voor deze arbeidsovereenkomsten wordt door de wet verondersteld, dat een getrouwde vrouw de bewilliging van haren man heeft bekomen (art. 164 B. W.). — Art. 1403 B. W. stelt den meester verantwoordelijk voor schade door zijne dienstboden veroorzaakt in de werkzaamheden, waartoe hij ze gebruikt, tenzij hij kan bewijzen, dat hij het feit niet heeft kunnen beletten. In art. 1547 B. W. wordt de aansprakelijkheid herhaald en uitgebreid ten opzichte van schade door dienstboden in hôtels en logementen aan de reizigers toegebracht. — In eene burgerlijke procedure kunnen de dienstboden van een der partijen als getuigen worden gewraakt (ert. 1960 B. W.), uitgezonderd in eenige procedures, in art. 1951 met name aangeduid. — Verder zij gewezen op art. 1018 B. W., dat zegt, dat een legaat, aan dienstboden gemaakt, niet geacht kan worden tot betaling van verdiend loon gegeven te zijn. — Het hebben van dienstboden wordt door de wet op de Personeele Belasting als een bewijs van zekere financieele draagkracht beschouwd en als een der grondslagen van genoemde belasting genomen (art. 20). De belasting wordt slechts geheven voor dienstboden, welke op 1 Jan. van het belastingjaar een leeftijd van 18-65 jaar hebben. Voor elke belastb. vrouw, dienstbode, welke op dien datum den vollen ouderdom van 21 jaar nog niet heeft bereikt, moet ƒ4 worden betaald; wegens alle overige belastbare vrouw. dienstb.: voor 1 ƒ6, voor 2 ƒ17, voor 3 ƒ33, voor 4 ƒ54, voor 5 ƒ80, voor 6 ƒ111, voor 7 ƒ147, voor 8 ƒ188, voor 9 ƒ234, voor 10 ƒ285, benevens ƒ 50 voor iedere d. boven 10; voor elken mannelijken dienstbode ƒ12 boven de vermelde bedragen (art. 23). — Het aantal belastbare dienstboden bedroeg in 1914:

vrouwelijke: van 18-21 jaar 24.585 vrouwelijke: van 21-65 jaar 74.252 mannelijke 4.899 Totaal 103.736 Het aantal belastingplichtigen aangeslagen naar dezen grondslag bedroeg:

met 1 dienstbode 49.049 „ 2 dienstboden 8.696 „ 3 „ 2.167 „ 4 „ 697 „ 5 „ 296 „ 6 „ 148 ,, 7 ,, 68 „ 8 „ 42 „ 9 „ 16 „ 10 of meer dienstboden 21 Totaal 61.100 Oudtijds uitte de rijkdom zich veel meer dan thans in een groot dienstpersoneel. Dit is nog het geval in landen, waar het levensonderhoud goedkoop en de loonen laag zijn. Gaan deze naar boven, zoo zal de rijkdom veelal in andere richting worden aangewend.