Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Dansmuziek

betekenis & definitie

Dansmuziek, het onmisbare en onafscheidelijke element van de danskunst. Zonder de d. zou de dans ontaarden in verwarde en onsamenhangende bewegingen, omdat de muziek die den tijdduur naar vaste en regelmatige wetten ordent, de maatdeelen aangeeft, waarmee de bewegingen der dansenden moeten samenvallen. Uit een en ander volgt, dat de d. in de eerste plaats rythmisch moet zijn, m. a. w, dat zij het maatbewegen van het muziekstuk, waarop moet worden gedanst, scherp, duidelijk en begrijpelijk laat gevoelen. Even talrijk als de dansen bij de verschillende volkeren, is ook de d. De kenner zal in vele gevallen de nationaliteit kunnen opmaken uit de rythmische figuren en de melodische lijnen van het stuk.

Zoo is de Spaansche Boléro kenbaar aan de onderverdeeling in triolen van de tweede achtste der eerste kwartnoot; de Mazurka aan de figuur van een achtste met stip, gevolgd door een zestiende noot, waaruit het eerste maatdeel bestaat. De beschrijving van de vele muziekstukken, die de dansmuziek vormen, leze men in de daarop betrekking hebbende artikelen, zooals: Allemande, Bourrée, Gavotte, Polonaise, Wals enz. In den laatsten tijd is het streven merkbaar, vooral bij hen (haar), die de danskunst willen idealiseeren, allerlei composities, die nooit voor den dans bestemd waren, als d. te gebruiken. Zoo vergreep Isadora Duncan zich aan de 7de Symphonie van Beethoven, anderen weer aan Nocturnes van Chopin en liederen van Schubert. Dat is af te keuren en moet als eene onnatuurlijke afwijking worden beschouwd. Zie: Oscar Bie, die Tanzmusik.

< >