Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Cylinder

betekenis & definitie

Cylinder - 1) oppervlak, beschreven door een met zich zelf evenwijdig blijvende rechte lijn, die bij haar beweging voortdurend een zekere kromme lijn snijdt. Een cylinder kan worden beschouwd als een kegel met oneindig ver gelegen top.

2) Het lichaam begrensd door een omwentelingscylinderoppervlak en twee vlakken loodrecht op de omwentelingsas; men kan het ontstaan denken door wenteling van een rechthoek om een zijner zijden. Is r de straal van het grondvlak, h de hoogte, dan is het ronde oppervlak 2 πrh en de inhoud πr2h.
3) In de geneeskunde gebruikelijk om den vorm van bepaalde normale of ziekelijke vormingen aan te geven. Met c. zonder meer meent men gewoonlijk den urine-c., dat zijn kleine afgietsels van de nierkanaaltjes, die bij sommige vormen van nierontsteking (zie NIERONTSTEKING) in de urine worden aangetroffen. C.-gewricht is een gewricht met cylindrische oppervlakken, die slechts beweging in één enkele richting toelaton. C.-glazen bij brillen, zie BRIL.
4) In de techniek komt het woord in velerlei beteekenis voor; c. noemt men b.v. dat gedeelte eener stoommachine, waarin zich de zuiger heen en weer beweegt. Staat de zuiger stil en beweegt zich de c. daaromheen, dan spreekt men van een roteerenden cylinder (Gnomemotor e.a.). Laat men de zuigerstang direct aan een kruk aangrijpen,dan moet de c. schommelende bewegingen kunnen uitvoeren en spreekt men van een oscilleerenden c., die bij kleine watermotoren gebruikt wordt. — Bij vele machines in de papier- en textielindustrie noemt men c. de lange rollen, waartusschen of over de stoffen haar weg nemen. — De c. van een horloge is een op de onrustas bevestigd, hol, inwendig gepolijst, hard, stalen buisje, dat op halve hoogte een dwarse insnijding heeft, waarin de tanden van het cylinderrad grijpen, ten gevolge waarvan het uurwerk in de eerste plaats periodisch stil gehouden wordt tegen de werking van de veer in en in de tweede plaats de onrust zelve periodisch een nieuwe impuls gegeven wordt. In de oude horloges is de c. uit een safier geslepen, waardoor de gang de regelmatigheid van een goed ankerhorloge kan bereiken. Dergelijke steen-c. worden hoe langer hoe zeldzamer. Een met een cylinder uitgerust horloge heet c.-horloge.