Cohaesie, aantrekkende kracht, die de deeltjes van eene stof onderling op elkaar uitoefenen. Bij vaste lichamen worden de eigenschappen der elasticiteit en der vastheid aan de C. toegeschreven. Bij de vloeistoffen heeft de C. tengevolge, dat de buitenste deeltjes eener vloeistofmassa een druk uitoefenen op de binnen gelegene, de oppervlaktespanning, die eene groote rol speelt bij de verschijnselen der capillariteit. Hetzelfde verschijnsel doet zich voor bij de gassen (zie DAMP, VERDICHTING VAN GASSEN).
Terwijl de in de buitenste laag eener vloeistofmassa aanwezige deeltjes tengevolge van de C. eene binnenwaarts gerichte kracht ondervinden, is zulks voor de binnenin gelegen deeltjes niet meer het geval, aangezien, hier de van de C. afkomstige krachten elkaar opheffen. Ten einde een binnen de vloeistofmassa gelegen deeltje naar buiten te brengen, moet de kracht in de grenslaag overwonnen worden, er moet dus arbeid worden verricht, zoodat een deeltje aan de grens der vloeistofmassa eene zekere potentiëele energie zal bezitten. Deze potentiëele energie zal per eenheid van oppervlakte eene zekere waarde hebben, die de capillariteitsconstante wordt genoemd. Dientengevolge zal aan de eenheid van oppervlakten eener vloeistof ook eene vrije energie van hetzelfde bedrag kunnen worden toegekend.