Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Cluysenaer

betekenis & definitie

Cluysenaer - (Jacobus Leonardus), Nederl. ingenieur, geb. te Breda 1843, behaalde 1863 aan de Delftsche academie een diploma als civiel-ingenieur, werd opzichter bij den aanleg der staatsspoorwegen, 1865 adjunct-inspecteur, was van 1 Jan. tot midden 1866 waarnemend sectie-ingenieur, (brug over het Hollandsch Diep), werd 1869 leeraar aan de hoogere burgerschool te Breda, 1873 ingenieur, chef der opname op Sumatra, ten behoeve van het ontwerpen van spoorwegen op Sumatra’s westkust en den afvoer der Ombiliën-kolen, 1876 leeraar aan de Kon. Militaire academie te Breda, trad 1 Juli 1879 als hoofdingenieur bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen in dienst, was in 1888 van Jan. tot Oct. directeur van de Nederl. Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaatschappij werd 1 Nov. directeur-generaal der S.S., en aanvaardde 1 Dec. 1890 daarnevens nog dezelfde betrekking bij de Nederl. Centraalspoorwegmaatschappij. Hij schreef: Rapport over den aanleg van een spoorweg ter verbinding van de Ombiliën-kolenvelden op Sumatra met de Indische zee (1876); Rapport over den aanleg van spoorwegen in de Padangsche Bovenlanden (1878); Het hellend vlak van Agudio en de stangenbanen. Rapport over de waarde en bruikbaarheid dezer stelsels bij den aanleg van een spoorweg ter verbinding van de Ombiliën-kolenvelden op Sumatra met de Indische zee (1878); Nota over spoorwegaanleg in MiddenSumatra (1884), allen uitgegeven door het departement van koloniën; voorts artikelen in „De Tijd”, „Tijdschrift v/h Aardrijkskundig Genootschap,” „De Ingenieur” enz.

< >