Clericus - degene, die door de tonsuur in den geestelijken stand is opgenomen (zie CLERUS). De benaming C. komt ook voor voorleerlingen van kloosters.
Clerici camerae Apostolicae, zie ROMEINSCHE CURIE. Clerici palatini = hofgeestelijkheid. Clerici regulares = leden van mannelijke congregaties van den nieuweren tijd, die zich bijzonder toeleggen op de zielzorg en ’t beoefenen van naastenliefde (bv. Theatijnen en Camillianen). Clerici vagantes werden vroeger zij genoemd, die niet aan een bepaalde Kerk verbonden waren.