Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Chronograaf

betekenis & definitie

Chronograaf - Een instrument, dat den tijd, waarop een verschijnsel is waargenomen, nauwkeurig registreert, hetzij op een draaiende trommel, of op een zich afwikkelende papierstrook. Een Morsesleutel geeft op het oogenblik der waarneming een sein, en een nauwkeurig slingeruurwerk teekent op de trommel of de strook secunden aan. Bij de waarneming van doorgangen* van sterren (b. v. door den meridiaan) heeft de c. sedert omstreeks 1850 (W. C. Bond) langzamerhand de vroeger algemeen gebruikte methode oog-en-oor* verdrongen.

het meten De meest bekende is die van den Belgischen artillerieofficier Le Boulengé. Zie figuur. Een zuiver verticaal gestelde zuil draagt twee electromagneten. Bij gesloten stroomen wordt aan de bovenste een lang valgewicht, chronoEcn c. wordt ook gebruikt tot van de snelheden van projectielen.

meter, aan de onderste een kort valgewicht opgehangen. Dit laatste hangt dan op eenigen afstand boven een tafeltje, dat geschroefd is op een hefboom, die met een klauw een mesje vasthoudt, dat, losgelaten, onder werking eener veer (niet in figuur geteekend) naar rechts kan uitschieten. Over het 1. gew. zijn twee zinkenhulzen geschoven. De bovenste electromagneet is verbonden met een draadraam, dat 10 tot 25 M. vóór de monding van het vuurwapen staat; de onderste magneet is verbonden met een tweede raam, dat 20 tot 75 M. verder staat. Die afstanden moeten zeer nauwkeurig worden uitgezet.

Ook andere stroombrekers* dan draadramen kunnen dienen, doorschoten, dan in den koker van tweede raam doorschoten, dan valt het k. gew. op het tafeltje, waardoor het mesje wordt losgelaten en in de huls van het voorbij vallende l. gew. een keep maakt. De [hoogte van deze keep boven het nulpunt wordt gemeten met behulp van een stalen liniaal met schuif; daaruit wordt afgeleid de valtijd van het l. gew., die gelijk is aan den vluchttijd van het projectiel tusschen de beide ramen; deze vluchttijd, gedeeld op den raamafstand, geeft de snelheid van het projectiel midden tusschen de ramen, dus in de figuur op 50 M. vóór de monding. Tot het afleiden van den vluchttijd van het proj. uit den valtijd van hetl. gew. moet rekening worden gehouden met den tijd, verloop en tusschen het oogenblik, dat het kleine gewicht begint te vallen en dat, waarop het mesje de huls treft. In de praktijk geschiedt dat door op de onderste zinken huls een rondgaande groef, disjunctie-cirkel, te trekken en door in- of uitschroeven van het tafeltje de valhoogte van het kleine gewicht zoodanig te regelen, dat bij gelijktijdige verbreking van beide stroomen (vluchttijd = 0) de keep van het mesje juist in den disjunctie-cirkel valt. Het gelijktijdig verbreken geschiedt met behulp van den disjuncteur*.

Is de disjunctie aldus geregeld, dan kan voor de aflezing van de valhoogten de verdeeling op de stalen liniaal dienen. Op deze zijn, voor een raamafstand van 50 M. bij de valhoogten de Wordt het eerste raam doorschoten, dan valt het lange gew. vrij het voetstuk; wordt het daarmede overeenstemmende snelheden tot in 1 of meer Meter nauwkeurig aangegeven. Zie voor regeling, opstelling, bijbehoorende instrumenten, enz. o. m.: Zeitschrift f. d. gesamte Schiessu. Sprengstoffwesen 1913.

Schets, weergevende het beginsel van den Chronograaf-Le Boulengé.

1. Metalen zuil.
2. Electromagneet met twee klemschroeven S en kern K.
3. Lang valgewicht of chronometer.
4. Zinken huls.
5. Electromagneet met twee klemschroeven S en kern huls K.
6. Klein valgewicht.
7. Tafeltje.
8. Hefboom met klauw.
9. Spiraalveer.
10. Zinken huls.
11. Mesje, dat naar rechts kan schieten.
12. Voetstuk met koker, waarin het lange gewicht valt.
13. Stift, die in den knop van het lange gewicht wordt gestoken.
14. Schuif met afleesstreep.
15. Mesje, dat bij het aflezen in de keep in de huls wordt geplaatst.