Bugel - (Fr. bugle), signaalhoorn, bij de infanterie. Om het instr. ook voor muzik. doeleinden bruikbaar te maken, werd het omstr.1770 voorzien vangaten en kleppen (klephoorn; Duitsch: Klappenhorn), tengevolge waarvan de omvang werd uitgebreid. Later (omstr. 1830) werd de uitvinding der ventielen ook op de b. toegepast; gaten en kleppen verdwenen weer.
Men vervaardigt een aantal verschillende soorten van dit instrument, die al naar de grootte, verschillende gedeelten van het toongebied beheerschen. De toon v. d. b. is grooter en voller dan die v. d. Cornet-à-pistons* en minder schetterend dan die van de trompet. De b. wordt alleen aangewend in de Harmonie- en Fanfaremuziek en is daarin zeer bruikbaar om hare bewegelijkheid.
